De Britse premier David Cameron heeft aandelen verkocht die zijn overleden vader had in een belastingparadijs.

In zijn vierde verklaring sinds de publicatie van de zogenoemde Panama Papers erkent Cameron dat hij toch fondsen ‘offshore’ had, nadat hij dat eerder stellig ontkende. Dat meldde Sky donderdag.

Downing Street zei eerst dat het om een privé-aangelegenheid ging, om daarna te verklaren dat de premier geen geld in belastingparadijzen had gestald en dat de familie dat ook in de toekomst niet van plan was.

‘Fundamentele misvatting’

In de laatste verklaring zegt Cameron dat hij en zijn vrouw in januari 2010 meer dan 30.000 pond (37.000 euro) aan aandelen hebben verkocht. Volgens hem is het een ,,fundamentele misvatting” dat het betrokken fonds was opgezet om belasting te ontduiken.

Cameron zegt dat hij en zijn vrouw Samantha ,,ondergeschikt zijn aan alle Britse belastingen op de normale manier”.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl